Wat is de OP Oost subsidie?
OP Oost is een Europees subsidieprogramma (EFRO) voor de provincies Gelderland en Overijssel. Met dit programma willen beide provincies de krachten bundelen om snel opeenvolgende transities aan te gaan, zoals de energietransitie, digitalisering en de verschuiving van productie naar het leveren van diensten. De provincies zien deze transities als een uitdaging, maar ook als een uitdaging en economische kans om de concurrentiepositie te versterken van Oost-Nederland. Voor het nieuwe programma stelt de EU € 82 miljoen beschikbaar, het Rijk € 23 miljoen en de provincies Gelderland en Overijssel samen € 21 miljoen. Ook wordt een eigen bijdrage van de projecten verwacht.
Voor wie is de OP Oost subsidie?
De OP Oost subsidie is bedoeld voor ondernemers in de provincies Gelderland en Overijssel. Voor een sterke economische positie moeten bedrijven meebewegen en kansen benutten. Dat vraagt aanzienlijke investeringen. Om deze stappen te kunnen zetten zijn er flink wat middelen nodig. Grote bedrijven hebben hier geen moeite mee, maar kleine en middelgrote bedrijven wel, maar zij zijn wel veel wendbaarder. Voor het gevestigde mkb, kenmerkend voor Oost-Nederland, is dit toch nog een grote uitdaging. Oost-Nederland wil deze ondernemers uitdagen en ondersteunen om sneller te innoveren en meer inkomsten te halen uit nieuwe producten en processen. Daarnaast wil ze de ondernemers aan laten sluiten aan de kennisinfrastructuur van Oost-Nederland. Dit kan bijvoorbeeld in samenwerking met overheid, onderwijs, ondernemers en burgers. De zogeheten "Quadruple Helix".
Waar focust de OP Oost subsidie zich op?
De kracht van de provincies ligt hierbij in de samenwerking tussen de verschillende expertises. Denk aan:
- landbouw- en eiwittransitie;
- verschuiving naar meer gepersonaliseerde zorg tot schone, duurzame materialen voor een circulaire economie.
Oost-Nederland wil het EFRO-geld inzetten op deze expertises. De provincies zijn ervan overtuigd dat ze daar het verschil in kunnen maken bij het leveren van oplossingen voor de maatschappelijke uitdagingen waar de provincies voor staan.
Er zijn negen verschillende fasen - Technology Readiness Levels (TRL) - te onderscheiden vanaf het basisidee (fase 1) tot en met marktintroductie (fase 9). EFRO Oost stelt geld beschikbaar voor innovaties die zich bevinden tussen TRL 4 tot en met TRL 8. Van implementatie en test prototype tot aan marktintroductie. In de TRL-fases tot en met 6 worden subsidies vaak als instrument ingezet.